Melting of human and technology to helpful companion

[in Dutch]

Parallel aan het doorbreken van de wearable als nieuwe vorm van interactiemiddel verandert onze houding met technologie. Met het dichter op de huid kruipen (of soms zelf in de huid) van de devices krijgen we een hechtere relatie. Het device is niet meer het losse gereedschap dat we bij ons dragen en gebruiken als we het nodig hebben, het wordt een verlengstuk van ons lichaam. Daarin gaan we technologie ook anders inzetten, als hulpzaam maatje waar we een directe relatie mee hebben en samen optrekken.

Deze ontwikkeling was sterk terug te vinden op afgelopen SXSW conferentie, vaak een graadmeter van welke sluimerende trends op doorbreken staan. Zo doet Aduén Darriba Frederiks onderzoek naar sociale aanraking op afstand via de TaSST sleeve. In zijn onderzoek is fascinerend hoe je het gevoel van aanraking opvangt en omzet naar een simulatie van een menselijke interactie. In zijn presentatie bij de Firestarters Haptic Revolutions avond liet hij zien hoe deze versmelting wordt bereikt via het toevoegen van structuur en beweging. Je moet diep kijken naar de eigenschappen van de menselijke huid om het gevoel te benaderen.

Bij de Myo vertalen ze spierbewegingen naar computer interacties. Het levert een soort van samensmelting van mens en computer zonder dat we daarmee cyborgs worden, is de stellige overtuiging van Stephen Lake van Thalmic Labs, de maker van de band. Het is interessant dat de Myo een omgekeerd haptic interaction-principe hanteert. Het is niet de technologie die aanraking als communicatie gebruikt, maar haptisch gedrag is input voor de technologie geworden. Uiteraard geeft de band feedback waardoor een dialoog zou kunnen ontstaan, zeker als de band meer gedifferentieerde haptisch gevoel geeft.
De Myo is een magisch device maar blijkt het nog wel lastig te vinden om bij een mens goed aansluiting te vinden. Als je geluk hebt leert het je gedrag in een paar uur kennen, maar het kan ook langer duren. Je kunt er op wachten dat het leren van de technologie van ons persoonlijk fysieke karakter een belangrijk onderdeel wordt hoe we de technologie gebruiken.

 Het gebied dat zich bezig houdt met de verregaande versmelting tussen menselijke en technologische interacties heet social robotics. Bij die versmelting van mens en technologie wordt een partnership aangegaan met de technologie. Onze relatie is anders, en we zullen ons gedrag langzaam aanpassen aan de aanwezigheid van deze nieuwe hulpjes. Net zoals we dat bijvoorbeeld hebben gedaan met de telefoon.

Associate professor bij MIT Cynthia Breazeal gaat in haar onderzoek in op de mens-computer interactie en bekijkt de dialoog tussen mens en robot die daarbij ontstaat. Het is de persoonlijke kant van robots, sociale robots die ‘high-touch’ met ‘high-tech’ verbinden. Dit is interessant omdat via emotioneel contact de meest effectieve interacties tussen mensen plaatsvinden. Technologie heeft door het ontstaan van social interacties veel kracht gewonnen in het communiceren. Samen met het emotionele contact ontstaan devices die je kunt zien als een ‘hulpzame maatje’.

Het onderzoek van Breazeal leert ons veel over de interacties met onze nieuwe partner. Centraal bij de interactie tussen partner robots en mens is het maken van adaptief gedrag. Daarvoor is een combinatie nodig van cognitief en emotioneel aspecten. Het onderzoek richt zich helemaal op de interactie tussen mens en robot, en de dialoog die daarbij ontstaat.
Een centraal thema is ‘humanized engagement’, hoe menselijk moeten robots zijn om bruikbaar te zijn?
Menselijk is niet hetzelfde als het zijn van een mens. Het ondersteunen van een menselijke ervaring gaat via een combinatie van sociale, emotionele, cognitieve en lichamelijke aspecten. De ervaring is meer menselijk als meer van deze dimensies worden ondersteund.

Een eerdere onderzoeksrobot genaamd Kismet communiceert niet in taal, maar in reactief gedrag en geluiden en bereikt daarmee een connectie bereikt.
De volgende stap is het laten leren van de robot door het spiegelen van gedrag. Het lijkt daarin heel erg op de manier waarop we zelf leren, wat veel beter werkt dat van te voren robots gedrag aan te leren.

De sociale robots bieden veel waarde als ze worden ingezet als partner van de mens, niet als vervanging. Sociale robots gaan over persoonlijke versterking, ze helpen om als mens beter te worden. De sociale robot is een hub tussen de digitale data en de professionele hulp.
Belangrijk daarbij is om sociale robots eerlijk te laten zijn in wat ze wel en niet kunnen.

We kennen dit lerend gedrag al in mindere mate van spraakgestuurde systemen. Nuance Communications ontwerpt deze interacties en hanteren een aantal eigenschappen. Naast het begrip van verwachtingen en de overwegingen wanneer spraak toe te passen in combinatie met andere interactievormen.  Adaptieve feedback is ook cruciaal;  gebruik ook ‘fouten’ in de communicatie als mogelijkheid om te leren

Een van de ultieme voorbeelden van een robot-maatje is Jibo, gemaakt door de startup van Breazeal. Het is een gezinsmaatje die probeert via de dialoog een intermediair probeert te zijn in allerlei gezinsdynamiek. Interessant is hoe via simpele gedragingen van de robot non-verbale communicatie wordt ondersteund.

De Jibo robot maakt nieuwsgierigg maar voelt ook over the top. Het is de vraag of we op deze manier een hulpje in huis zullen nemen. Hij is ook behoorlijk statisch. Een ander uiterste zagen we gevisualiseerd in de film Her waar het computersysteem letterlijk tot leven komt. Het onderzoek met Jibo leert ons het belang van het combineren van fysieke en digitale communicatie. Dit zullen we gaan merken in het haptisch gedrag van onze wearables.
Als conclusie van haar onderzoek stelt Breazeal dat er een nieuw gebied ontstaat in de interactie tussen mens en machine die veel weg heeft hoe we met onze huisdieren communiceren. Het is een mooie metafoor van het moment in de evolutie waar we nu staan. Slimme en draagbare technologie als partners van de mens, onzichtbaar maar altijd aanwezig, ongemerkt versmelten we met onze techno-assistenten en passen we ons leven aan. Het ontwerpen van digitale producten krijgt hiermee een nieuwe dimensie. Meer dan ooit is de psychologie van de mens nodig om zinvolle diensten te maken. Daarbij komt dat we ruimte moeten inbouwen voor een continue lerende dialoog tussen mens en techno-maatje.

Published by

iskandr

I am a design director at Structural. I curate and organize ThingsCon Netherlands and I am chairman of the Cities of Things Foundation. Before I was innovation and strategy director at tech and innovation agency INFO, visiting researcher and lab director at the Delft University of Technology coordinating Cities of Things Delft Design Lab.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s